woensdag 9 oktober 2013

7 oktober 2013 In achtbaan kijken naar vuurwerkshow

Vandaag eerst met het fietsje op zoek naar reserve smeerolie voor de diesel en een vers broodje. De diesel gebruikt praktisch geen smeerolie. Ik had maar een halve liter reserve bij me, maar die is nu op en ik wil toch niet zonder reserveolie weg. Messina op maandagmorgen is een gekkenhuis qua verkeer. Hard scheurend en luid toeterend probeert iedereen op tijd op het werk te zijn. Het lijkt alsof, op de scooteraars na, niemand wil inleveren op het schijncomfort van de auto. Dat betekent files en parkeerproblemen. Op de stoep parkeren, dubbel parkeren, ruzie maken om een plekje, het lijkt er allemaal bij te horen. Ik benijd de moeders met kinderwagens of invaliden in een karretje niet. Er is op niet alleen op de straten, maar ook op de stoepen geen doorkomen aan. Op de fiets gaat dat beter, al moet je donders opletten niet geschept te worden. Ik vindt een pompstation met smeerolie en warme broodjes in een mooie bakkerij. We verlaten Messina, dat al weer wordt overlopen door de toeristen van cruiseschepen.
0-2013+(4).JPG" Het weerbericht heeft het over 5 tot 10 knopen wind uit het zuiden. Motoren dus, maar dat is op zich geen probleem. Dat zijn wel de golven, die we tegenkomen als we de hoek van de “teen van de laars van Italië” omdraaien. Ze zijn afkomstig van een depressie die ca. 100 mijl verder langstrekt in de Noord Ionische Zee. Daarover spreekt wel het marifoonweerbericht en ook over verspreid voorkomende thunderstorms. De kustzones “are also effected”. De depressies hier komen uit de Zwarte Zee, gaan via de Aegeische Zee de hoek om via de Ionische Zee door te hollen naar de Adriatische Zee of de Straat van Sicilië. Wij zitten nog net buiten het bereik van de wind en kunnen hooguit een stuk fok zetten om de snelheid wat te vergroten en de boot meer stabiliteit te geven. Dat laatste is wel nuttig, want het begint eerst rustig met lange en steeds hoger wordende deininggolven, maar al snel is de zee weer een soort achtbaan als de golven van de depressie uit het oosten deining zoeken met de golven van de zuidenwind. Dat blijft zo en ook de wind blijft rond de 8 Knopen. De Volvo draait rustig verder. Wij zien aan de horizon hoge wolken van meerdere onweersbuien, die kunnen uitgroeien tot thunderstorms. Wij hopen er het beste van, want er zijn hier nauwelijks havens en ook geen kapen waarachter je kunt schuilen. We hebben gekozen voor Rocella Ionica, een aan de kust aangelegde vrij nieuwe haven. Onderweg proberen we te bellen met de havenmeester om te horen hoe het zit met de ingang, want de zandbank voor de haveningang wil nog wel eens een obstakel vormen. Onze boot is 2,1 meter diep en de haveningang maar iets van 2,5 meter. Geen havenmeester. Ook de Gardia Costiëra geeft geen antwoord op onze oproepen op de marifoon. Spreken vast geen Engels. Met iets meer gas er op hopen we net voor donker de haven te kunnen aanlopen. Dat is net na 19.00 uur na een tocht van 55 mijl in bijna 10 uur. Een mijltje of 5 daarvoor krijgen we via de havenmeester van Crotone (de volgende grote plaats) contact met Rocella Ionica. De man ter plaatse vreest (en bevestigt daarmee mijn bange vermoeden) dat de swell (golfhoogte) te groot is voor onze boot. Wij besluiten geen risico te nemen en door te varen naar Crotone, dat nog eens 60 mijl verder ligt. De moed zinkt je op zo’n moment wel in de schoenen, maar we vermannen ons en kiezen voor veiligheid. Elkaar om beurten afwisselend sturen we de boot de nacht door op steeds hoger wordende deininggolven, die overigens met gemak door de boot worden genomen. Op ongeveer een mijl naast ons vaart de “OGS Explora”, een onderzoeksschip waarvan ik via de AIS weet dat hij ook onderweg is naar Crotone. Ik had hem al via de marifoon gevraagd of hij iets over Rocella Ionica wist, maar ook hij kon me niet helpen. Hij vertelde dat hij dinsdag om 08.00 uur in Crotone moest zijn. Onze boten liepen gelijk op. Dat geeft hoe dan ook wel wat morele steun in deze pikdonkere nacht. Het was voor ons een soort “gardian angel”. Pikdonker in die zin dat de onweersbuien aan de horizon actief bleken te zijn. Als stuiterend in de achtbaan keken we urenlang naar een door de natuur aangeboden vuurwerkshow. Ik denk dat er minstens honderdduizend ontladingen te zien waren. Sommige zetten de wolken helemaal in het licht. Andere zag je tussen het wolkendek door. Uur na uur verstreek en rond drie uur in de nacht werd de bui voor ons wat minder, maar kwam die naast ons (het gaat dan altijd nog over afstanden van een mijl of vijftig) opzetten. Mary en ik bekeken de alternatieven. La Castella is een piepklein haventje 17 mijl voor Crotone. We willen door naar de veilige ingang van Crotone, maar als de bliksemschichten (dikkere heb ik nooit gezien) onder de wolken voor èn naast ons zichtbaar in het water slaan vrees ik dat de bui snel dichterbij komt, kies ik tussen twee kwaden en verleg de koers naar de dan op 6 mijl afstand gelegen haven La Castella. De wind bleef al die tijd rond 8 Knopen, maar in een thunderstorm kan die zo maar oplopen naar 40 Knopen (windkracht 9) en dat risico nemen we niet. Nu nog veilig van 1070 meter diepte naar 12 meter bij de kust. In het donker zien we de schaduwen van dikke watermassa’s passeren. De boot kan het goed aan al slingert die wel als er zo’n dikkerd onderdoor schuift. Ik stuur daarom zelf naar de kant. Ook al om op visstaakjes te kunne n reageren, want je wilt in deze omstandigheden niet dat de schroef vastloopt in een nylon draad. Regelmatig verdwijnt het zicht op de kust, die hier bezaait staat met windmolens met rode knipperlichtjes. Mary, die zich tot dan kranig heeft geweerd, is op van de zenuwen. In het pikdonker een haven aanlopen met een dikke deining. Gekker moet het niet worden. De plotter, die nu ook weer vlak voor de haven even uitvalt, is een geweldig hulpmiddel in deze situatie. Er staat een goede luchtfoto in van de haveningang en de haven zelf. Zo weet je waar je terecht komt. Beurtelings naar voren kijkend richting haven en naar eventuele visstaken en tegelijkertijd de koers monitorend op de plotter komen we steeds langzamer varend bij de haveningang. Die is volgens de pilots en de plotter 5 meter diep. Als er te veel swell staat draai ik zeker terug richting Crotone, maar het lijkt mee te vallen. Ik heb steeds goed opgelet met welk ritme de heel grote golven ons passeren. Dat betekent dat ik op het juiste moment met een paar kleinere golven de haven kan insturen. De voorhaven is zelfs 7 meter diep. Niemand te zien. Wel een hele batterij felle lichten rond de haven. In het bestuur zit vast ook een gevangenisdirecteur. Het felle licht geeft ons de mogelijkheid om goed te kijken waar we nu zijn. Daarvoor nemen we even de tijd, ook om te beseffen dat we veilig binnen zijn en het onweer en de eventuele wind ons niet te pakken kreeg. Ik stuur stapvoets door het nauwe gaatje naar de eigenlijke haven. Het lijkt wel Mousehole vlak bij Falmouth in Zuid Engeland. Ton Nispeling weet vast nog hoe klein dat gaatje is. De diepte loopt in die mondig terug naar 2,50 meter, maar na de drempel al weer snel naar 3,20 meter. We vinden in de volle haven een plekje naast een toeristenboot met glazen bodem. Bij het afmeren merken we hoeveel deining er ook hier nog in de haven staat en hoe de boot door binnenkomend en weer weglopend water wordt opgepakt. Als we alle springen en landvasten met rubber schokdempers hebben vastgeknoopt nemen we eerst een glaasje op de goede afloop. Nu pas merken we dat 19 uur varen (115 mijl) in minder aangename condities redelijk slopend is voor onze toch wat ouder wordende lijven. Het is doodstil in de haven. Je hoort geen wind. In de verte blaft een hond en het de haven in en uitstromende water gorgelt langs de boot. We gaan om 05.00 uur te kooi en vallen als een blok in slaap./>
De foto's zijn van de volgende dag. Die bui kwam uit een thunderstormpje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten