maandag 28 april 2014

27 april 2014 April doet wat hij wil. Ook in Griekenland

Toen Elsa nog meevoer begon het weer al wat onrustig te worden, maar het is er niet beter op geworden. April doet wat hij wil dus. De Grieken houden wijselijk hun winterjassen en lange broeken aan tot 1 mei. Als je iemand in een korte broek ziet is het beslist een toerist. De temperatuur kan van uur tot uur veranderen, meestal als gevolg van een bui in de buurt, die ijskoude lucht meebrengt. Is de bui weg dan staat de zon alweer te branden. De Grieken zeggen dat we straks blij zullen zijn met wat verkoeling, die vanaf mei niet meer terugkomt. Zeggen ze. Zondag de 20e beginnen we met uitslapen. Engelsen noemen het inslapen, maar dat gaat ons toch te ver. We ruimen de boel na de logeerpartij op en gaan water tanken bij de enige steiger waar de kraan het wel doet. We hebben van de 285 liter nog 60 liter over na 12 dagen varen met drie man aan boord. Als je niet elke dag een douche neemt kom je ver. Omdat de druk op de waterleiding hier plezierig hoog is springt de mooie Gardena spuitmond vervelend genoeg van de slang af en gaat natuurlijk prompt te water. Nog even gedregd, maar het enige wat ik boven haal is een zee-annemoon.
Moet je niet in grijpen onder water als je op zoek bent naar een spuitmondje. Om een uur of drie gaan we de stad in met Leendert en Marian. Het is bijna stil vergeleken met zaterdag, maar we vinden een leuk kroegje, waar we eerst een glaasje en uiteindelijk allerlei tapasachtige hapjes nemen: gamba’s, gegrilde gevulde aubergines, lamskoteletjes en dat soort spul. Terug bij de haven blijkt het flink gewaaid te hebben. Gelukkig geen schade dankzij de schuurplanken, die ik preventief tussen de stootwillen en betonnen steiger heb gehangen. Dit tafereel herhaalt zich op maandag Tweede Paasdag èn ook op dinsdag. We eten maandag weer wat losvast spul zoals geroosterd brood met olijfolie, tsaziki, Griekse salade, garnalen en inktvis. Daarbij uiteraard wat versnaperingen. We rekenen €10 pp af en hebben ’s avonds genoeg aan een boterham. Dinsdag hebben Mary en ik mosselen gehaald. Dat wil zeggen; in de eerste viswinkel geen mosselen meer. Een jonge bediende verwijst ons naar de concurrentie. Ook daar geen mosselen. We lopen weer langs de eerste viswinkel, waar de bediende ons vraagt of het is gelukt. Nee? “Wacht even” zegt hij en springt op z’n Vespa. Twee minuten later is hij terug met de mededeling dat de derde viswinkel ons de gevraagde 4 kilo mosselen kan leveren. Is dat service? Intussen hebben wij een tas vol groente voor €3,39 gekocht bij de lokale groenteboer. ’s Avonds om een uur of negen zijn we klaar met de voorbereidingen (mosselen moet je hier zelf ontbaarden) en Leendert, Marian, Jaap en Diane kunnen komen. Maar intussen was het weer hard gaan waaien. Wij zagen zelf al 38 Knopen op de meter en later zou het volgens anderen ruim 50 Knopen waaien. Een Endurance uit België lag aan de steiger te rijen dat het een lieve lust was. Alle boten maakten 10 tot 20 graden slagzij op hun kale masten. Wij hebben desondanks lekker mosselen gegeten. Het smaakte voortreffelijk, uiteraard dankzij de kookkunsten van Mary. Leendert ging tussendoor toch maar even kijken naar zijn boot, die kennelijk verkering had met de steiger. Wijzelf lagen nu aan de goede kant van de steiger.
Toen Leendert terug was hebben we de zeer gezellige maaltijd afgerond met koffie en een ouzo.
Woensdag 23 april bracht weer regen als openingsnummer. Desondanks kon ik zoals altijd wel even heen en weer naar de bakker fietsen voor een Mavro (=zwart) heerlijk vers bruin brood. Meteen de twee draaien was opgehaald. Die avond de 60e verjaardag van Christa gevierd aan boord van hun “Garuda” een oude Dufour met dekhuis. Christa en Rob varen al jaren rond hier, maar hebben ook een huis op Gozo, een klein eilandje bij Malta. Rob was een tijdlang directeur van de TESO (Texels Eerste Stoomboot Onderneming). Mooie verhalen krijg je dan weer te horen, ook van Piet en George. Het is opvallend hoeveel Nederlanders hier zijn met hun boten.
Donderdag en vrijdag vliegen voorbij. Donderdag eten we met Leendert en Marian bij ons aan boord en vrijdag andersom. Ik haal het 27 kilo zware roestvrijstalen CQR anker er af. CQR staat voor secure of zeker en was lange tijd hèt anker, maar deze rvs versie is niet origineel. De schacht is zo zwaar dat hij bij wat hardere bodems het liefst op z’n kant blijft liggen en niet ingraaft. De 20 kilo Rocna uit Nieuw Zeeland (nu over het algemeen als beste anker genoemd)graaft zich altijd onmiddellijk in en is nu ons vaste anker. Vrijdag maken Mary en ik eerst nog een mooie fietstocht in de omgeving, waarbij we ook het busstation bezoeken om de vertrektijden voor Athene te checken. Die van 12.20 uur moeten we hebben. Nog een paar weekjes dan kunnen we onze kinderen en kleinkinderen weer knuffelen.
Zaterdag willen we eindelijk Preveza verlaten, maar eerst ben ik nog aan het klieren met het uploaden van tegoed voor mijn Cosmote internetdongel. Na veel misverstanden blijk ik een oplaadkaartje te hebben voor een mobieltje in plaats van een laptop. Daarna Leendert nog even bijgestaan in de strijd om een goede uitlaat. Het spruitstuk dat Kemper&Van Twist opstuurde blijkt niet te passen op zijn type Perkinsmotor en hij is bezig om het te frezen. Of toch maar die oude laten oplappen? Lastig is voorzichtig uitgedrukt. Je kunt hier niet zomaar een goede monteur krijgen. Rond vier uur nemen we afscheid en varen het Amvrakikos Meer op. Ze noemen het Golf, maar het is net wat groter dan de Oosterschelde. De wind blijft mak en we genieten van een rustig tochtje terwijl de zon de wolken net zo lang verdrijft tot een groot blauw wak boven ons ontstaat. De zeilen kunnen weer even drogen en ook zelf genieten we van de warmte. Die ga je toch missen na een weekje prutweer. Aangekomen in Vonitsa laten we het Rocna anker zakken en varen netjes achteruit naar de kade. Naast een Nederlandse boot met een mevrouw met een zeer doorrookte stem, een Hongaarse man en een jarige hond (Baard Collie). Mary heeft een tonijn salade gemaakt en we gaan dit keer al om half twaalf naar bed. Weer gevaren! Wat maakt varen zo spannend dat het woord gevaar er zo op lijkt! Zondag komen Gerard en Cherie van de Peppino, een Amels 52 voet, op de koffie. Ze liggen hier voor anker en horen de hele dag het geklingel van de bellen om de schapenhalzen. De foto is van een Endurance in dezelfde baai.
Wij lopen daarna een lekker stuk rond het lokale fort en zien tot onze verrassing een heel bos met Gumtrees, die ons even het gevoel geven in Australië te zijn. Dit zijn loofbomen, die in Tasmanië tot 128 meter hoog werden. Die zijn gekapt voor houtproductie. De hoogste zijn nu 89 meter. Deze hier schat ik toch op zo'n 35 meter. We zullen een foto naar de familie daar sturen. Terug in het dorp drinken we een glaasje op een bijna leeg terras en zijn aangenaam verrast over wat we allemaal bij deze drankjes krijgen. Water, pinda’s en een bordje met geroosterd brood, fetakaas, komkommer, etc. Als we weer op de boot zijn merken we dat het laden van de laptop, Ipad en Iphones plus de koelkast net wat te veel is voor de zonnepanelen bij een bewolkte lucht. Er is hier geen elektra op de kant, dus moet de motor een uurtje stroomdraaien. We bellen lang met Marleen en komen eindelijk aan lezen toe. Ik lees de digitale Volkskrant tot de Ipad weer leeg is en kruip dan onder de “wol”. Heerlijk zo’n dekbed.

zondag 27 april 2014

19 april 2014 More Ionian Stories

In de morgen van de 16e april trekt de wind weer aan en omdat de Noord er in zit wordt het ook kouder. Zelfs in februari was het niet zo koud. Ik zet even de dieselkachel aan, die al weken niet heeft gedraaid. Het flottielje vertrekt weer en wij gaan wandelen. Ergens bovenaan de heuvel zien we een kerkje lonken en daar moeten we dus heen. Na een flinke klim worden we beloond met mooie uitzichten en ook een inzicht in de voorbereidingen voor Pasen. Ik trek in no time de paarse linten uit de lampen in de kerk voor een niet erg lange mevrouw. Ze was blij dat ze nu een keer de trap kon laten staan. In de kerk zijn weer heel wat iconen te bewonderen.
Verderop bezoeken we het casco van wat een enorm huis had moeten worden, maar waarvan de bouw vanwege de crisis is stilgelegd. Terug bij de boot zien we dat de oorlog tussen Duitsland en Engeland nog altijd woedt.
Een Engelse boot heeft het anker van Jürgen gelicht en hij moet er naar toe varen om z’n anker los te maken en opnieuw te ankeren. Even later staan we op de kant aanwijzingen te geven aan de schipper van de Engelse boot. Hij heeft kennelijk geen kaas gegeten van “ancoring stern to”. Als hij dichterbij komt blijkt het de boot van Simon en Lona te zijn, de Engels/NieuwZeelandse combi, die een jaar geleden een boot in Croatië kochten. Ik verontschuldig me voor mijn dwingende geroep en Simon voor z’n minder geslaagde landingspoging. Het jonge stel (hij 62/zij 70+) moet nog veel leren, maar ze verstaan de kunst om al vallend en opstaand plezier te hebben. We kletsen bij en hebben nog veel pret.
Donderdag varen we op de motor naar Sivota, een mooie baai aan de zuidkant van het eiland Lefkas.
We vinden een mooi plekje bij een nog niet geopende kroeg en bellen Diane.
Jaap en Diane, die al 7 jaar varen, passen hier vlak bij op een huis van een Engels echtpaar. Ze vroegen om even lags te komen als we in de buurt waren. Ze komen aan oppas adressen via een site. Leuke manier om vakantie te vieren, al moet je eerst wel worden gescreend voor je mee mag doen. Dit keer hebben ze een schitterend huis, dat stijf staat van het antiek. Jaap komt ons halen met de Twingo van €900 (meegenomen uit Nederland) en we tuffen met z’n vieren richting Vasiliki. We kletsen heel wat af en intussen bewondert Elsa het pand dat op 4 Ha grond staat. Er staat uiteraard ook een Landrover op de oprit. Opvallend hoeveel Engelsen hier zijn neergestreken. De verhuisbeweging is nog niet ten einde. Veel Engelsen zijn helemaal klaar met hun klimaat, maar ook met de in hun ogen achteruit hollende mentaliteit. Teveel houligans en teveel regeltjes. De Grieken krijgen een nieuwe belasting op hun grond en willen massaal grond verkopen. Een interessante combinatie, die hier veel Engelsen naar toe lokt. Jaap brengt ons weer netjes terug naar de boot en wij zoeken een plekje om te eten. Hoewel het buiten erg fris is, zitten we toch op een soort overdekt terras en eten heerlijk Grieks. Een tafel verder zitten Tree en Mike, bootmensen maar nu ook met een huis in de buurt. Tree, je snapt: een vrouw als een boom, speelde twee rollen in de Pantomime dit voorjaar. Het zijn heel aardige mensen en niet veel later schuiven we dichter bij en wisselen ervaringen en kennis uit. Omdat Elsa op zaterdag de 19e moet vliegen varen we op vrijdag van Sivota naar Preveza. Voor we wegvaren heeft Elsa nog een plezierig gesprek met Anthula, een heel aardige vrouw, die in het huis woont waarvoor we zijn afgemeerd. Als we hier weer eens komen gaan we bij haar eten.
Het is koud en de lucht kleurt grijs. Vijftig tinten grijs is een understatement. Lichtgrijs, donkergrijs, loodgrijs, grijsachtig blauw en uiteraard ook blauwachtig grijs. Kortom: de zeilpakken gaan aan zodra we de baai uitvaren. Dikke regenslierten laten zich door de zwaartekracht uit de wolken vallen. Hier en daar horen we een donderklap. Uiteindelijk sloffen we er aardig tussendoor en als we even later door de brug in het kanaal bij Lefkas de onstuimige zee opvaren richting Preveza, kunnen we nog een beetje zeilen. Motorzeilen, want ik houd de gang er in vanwege de dreigende loodgrijze luchten. We komen goed door de smalle gebaggerde geul naar de Amvrakikos Golf en meren af in de beschutte haven van Preveza. Het is eigenlijk een ex-werkhaven, die nu door Cleopatra Marine wordt geëxploiteerd als jachthaven. We nemen een borrel en ontmoeten even later Leendert en Marjan van de Cita II, een mooie Trintella IV. Leendert heeft de uitlaat van de Perkins motor gedemonteerd en doet verwoede pogingen er een ander uitlaatsysteem passend op te krijgen. Dat is nog niet eenvoudig, want het is geen standaard productieboot en alles moet anders. Hij wil liefst de oude rvs uitlaat laten oplappen, maar dat blijkt niet te kunnen. Het regent dat het giet die avond. En het klettert hagelsteentjes.
Zaterdag maakt Elsa zich klaar om vanaf Preveza terug te vliegen naar huis. Scheelt toch 5 uur bussen naar Athene. Het eerste Transavia toestel van dit jaar bracht Nederlandse boothuurders en andere vakantiegangers. Elsa vloog terug met maar 12 passagiers. Iemand gaf een rondje koffie voor alle passagiers! Voor ze wegging zijn we met Elsa nog even lekker door het levendige stadje gelopen (iedereen heeft een weekje vrij).
Ook een taxi geregeld, die Elsa vanaf de boot naar de luchthaven kon brengen. Je moet altijd scherp blijven in deze landen, want je hebt geen idee van prijzen. We waren het al eens dat de rit €20 moest kosten tot de chauffeur zei dat het “maar” een kwartiertje rijden is. “Dan kan het ook voor €15” zei ik met een lach op m’n gezicht. “Ok” zei de man lachend. Even na drie uur nemen we afscheid van Elsa. Het was een fijne tijd samen. Wij zij de enige leden van ons gezin in Europa, Goos zit in Australië en Henri op St. Maarten. Bij Mary is het overigens net zo. Haar broers zijn ook landverhuizers en wonen in Canada en op Aruba.
Het is Pasen; de winkels zijn uitgedost als snoeppaleizen. Deze zaterdagavond is de Paaswake. We gaan er heen met Leendert en Marian. Honderden kerkgangers luisteren naar het monotone gezang van de voorganger en z’n hulpsinterklazen en daarna steekt hij een kaars aan. Het vuur van de kaars wordt doorgegeven en in no time staat iedereen met een brandende kaars in de kerk, die zich vult met de lucht van verbrand kaarsvet. Op het voorplein van de kerk gaat de ceremonie verder. Weer monotoon gezang en dan als er kennelijk een signaal is gegeven gaat iedereen elkaar Vrolijk Pasen wensen. Wij doen vrolijk mee en lopen met de meute mee in de veronderstelling dat er nog wat gaat gebeuren, maar alle Grieken duiken snel in hun auto’s of klaarstaande touringcars. Wij lopen voorzichtig terug naar de haven met onze brandende kaarsjes. Daar aangekomen vieren we Pasen aan boord van de White Dolphin van Rich en Marian. Deze mensen hebben we in oktober 2013 al ontmoet, maar ze kunnen nog steeds honderduit vertellen over hun avonturen op de Rijn en de Donau, de Zwarte Zee en Istanbul. Het werd nog laat die avond.

maandag 21 april 2014

15 april 2014 Ankeren op Ithaka. Lijn in de schroef!

Vandaag 14 april sturen we voorzichtig de mooie baai Agios Nicolaos (50% kans dat het klopt, want de helft van de baaien heet zo) in en laten het anker vallen op 7 meter diepte. Vanmiddag zou de wind gaan aantrekken vanuit het noordwesten, maar nu was het perfect zwemweer. Elsa zwemt naar de kant en neemt wat steentjes mee terug als herinnering. Ik doe een tweede poging de schroef weer glad te krijgen. Mary houdt daarbij de wacht. Met een touw langs de schroef onder de boot door gaat het dalen en weer snel naar de oppervlakte stijgen sneller. Maar de schroef is nog steeds niet glad als ik met de onderwatercamera het eerste filmpje maak van de rond de boot verschenen nieuwsgierige vissen. Leuke plaatjes! Veel beter dan die wegwerpcamera’s.
We lunchen in de zon en hebben het goed. Dit is wat er in de brochure stond! Dan steekt de wind op en maken we aanstalten om te vertrekken. Ik sta bij het anker en Mary stuurt de boot richting het anker terwijl ik het ophaal. Dan zet ze de motor in z’n werk. Die er prompt mee ophoudt. Ik ga naar achteren om vast te stellen dat de motor inderdaad onmiddellijk uitvalt als ik hem in z’n vooruit zet. Pas dan schiet het door m’n hoofd dat de lijn nog onder de boot hangt! Sufferd! Nu trekt ook de wind nog aan en omdat het anker al bijna omhoog is drijven we snel richting de rotsen van het eilandje Agios Nicolaos, dat ons kennelijk graag van dichtbij wil zien. De foto is gemaakt toen alles nog rustig was.
Snel rollen we de fok uit en even later kunnen we weer sturen. Het anker gaat verder omhoog en we zeilen naar de volgende baai, waar we weer willen ankeren om daar te duiken naar de schroef. Terwijl we zeilen hoor ik ineens de schroef draaien! Dat betekent dat ie niet vastgedraaid zit, bedenk ik. Mary haalt de lijn aan één kant omhoog en inderdaad, de lijn is helemaal vrij tot aan het tampeindje. We hebben geluk. Onder het genot van een troostglaasje zeilen we lekker verder naar Vathy (Ithaka). Als we de Aethos Gulf tussen het Noorder- en Zuider eiland van Ithaka indraaien lijkt het wel een Noorse fjord. Omkijkend zien we een stier in de wolken aan de horizon.
Achter één van de heuvels, hier rond de 800 meter, ligt de ingang van de baai van Vathy. De wind staat daar, tegen de verwachting in, recht in en daarom moeten we dwars op de wind (stern to) naar de kade. Het anker glijdt tot tweemaal toe over de bodem weg en werkt zich niet in de met planten bedekte kleibodem. Een lokale visserman zegt dat ik meer ketting moet steken. De derde poging lukt en het publiek druipt af. Weer geen drama. Afmeren van boten is namelijk een collectief genoegen dat kwadratisch toeneemt als er meer problemen ontstaan bij het afmeren. Wij doen net of we lol hebben in voor en achteruitvaren en nog maar een keertje ankeren. De zon staat laag en werpt mooi strijklicht op de overkant van de baai, maar al snel is hij achter de heuvel verdwenen en wordt het fris.
We gaan naar binnen, internetten, eten en drinken wat en slapen als een blok.
Op de morgen van de 15e april feliciteren we elkaar met de verjaardag van Bolle, Mary’s jongere broer. De lokale bakker bakt een prima mavro (bruin brood) en we smullen ervan in de door de zon verwarmde kuip. Als we even later door Vathy wandelen, valt op hoe goed de sporen van de verwoestende aardbeving van 1953 zij weggewist. Alle huizen zijn herbouwd in dezelfde bouwmassa en hoogte, maar nu voorzien van een gewapend betonnen casco. Zelfs de aansprekende kleurtjes van de gevels zijn kennelijk met grote zorg gekozen. Vathy is zeker geen Werelderfgoed, maar leuk voor toeristen. We kopen als eerste toeristen dit jaar wat snuisterijen bij een van de vele souvenirwinkels. De man vertelt ons dat Hollandse ingenieurs hier na de aardbeving waterputten sloegen. Even later laten we ons op de stoeltjes van een eenvoudig restaurantje zakken. Typisch een lokaal tentje dat het hele jaar open is voor de Grieken. We zitten er wel drie uur en hebben leuke gesprekken met de waardin, haar moeder en haar vriend (?) captain Nikos, die ook de enorme steak bereid, die we met z’n drieën delen. We wilden eigenlijk de heerlijke lamskoteletjes, maar die hadden de Griekse drinkebroertjes al opgemaakt. Het is een tent om later nog eens te bezoeken.
Als we na de lange zit weer lekker de heuvel opklauteren, onderweg naar een van de vele kerkjes, belt Marleen. Ze is in tranen en moet even bijpraten. Mary wil eigenlijk meteen naar huis om haar arm om Marleen te kunnen slaan, maar komt na enige tijd gelukkig weer tot bedaren. We blijven het er over eens dat het voor Marleen goed is zichzelf te redden. Gemakkelijk is het zeker niet.
Teruggekomen bij de boot, zien we een hele vloot van SunSail afgemeerd aan de kade. En er komen er nog meer bij. Nu is het onze beurt om van het afmeerschouwspel te genieten. Even verder naast ons zien we ook de boot van Jürgen en Monika. We moeten er meteen ein trinken. Dan doen we ook met hun Engelse buren Paul en Ellen. Die hebben twee zoontjes Ben en Luke. Ben is een adhd, die nadat hij al het rvs werk van z’n vaders boot heeft gepoetst, op zoek naar nog meer complimentjes ook aan onze boot begint. Als hij een sleutelhangerlampje van me krijgt als beloning is hij helemaal blij. Net als Mary en Elsa als het overactieve ventje weer op z’n eigen boot zit.