vrijdag 4 oktober 2013

4 oktober 2013 Langs de noorkust van Sardinië

2 oktober 2013 Zeilen van Palermo naar Cefalu Vanaf hier gaan weer samen verder. Toch even wennen als je zo lang een zeilmaat extra hebt. De ochtend zijn we nog druk met de voorbereidingen. Ik haal broodjes bij de Carrefour en we ontbijten in de zonovergoten kuip. Dan de fietsen opvouwen en bergen. Mary ruimt de was van gisteren op en de “schuur”, onze rommelkooi, krijgt nu Jaap weg is een opruimbeurt. Ook het log gaat er uit omdat dit al een paar keer vast zat. Het gaat altijd goed, maar het optrekken van het log uit een gat in de romp geeft altijd wat zorgjes. Het is tegendraads om zelf een lek te veroorzaken immers. Krijg je het gat wel op tijd dicht met het pseudolog? Hoe hoog is de straal zout water, die met kracht de boot in spuit? Het gaat weer goed en ik kan het log helemaal vrijmaken van de kleine pokjes, die een goede loop beletten. Onder water kun je wel wat peuteren met je vingers, maar dit precisiewerkje moet uiteindelijk toch op deze manier gebeuren. Dan nog de motor nalopen en we kunnen weg. Buiten staat al een lekker windje en we kunnen mooi aan de wind langs de kust naar het oosten varen. Om een uur of twee zakt de wind weg en draait steeds meer naar het noord westen. Om vier uur gaat ook de fok weg en we motoren verder naar de met een echte vuurtoren bezette kaap bij Cefalu. Daar ankeren we en zetten voor de zekerheid de ankerwacht op de Iphone bij. Een handige App, die je wat meer rust geeft als je zo voor de kust ligt te deinen met rotsen in de buurt. Er liggen nog wat jachten en dat geeft ook wat schijnzekerheid. We zijn nu niet de enige idioten, die op zee ankeren. 3 oktober 2013 Onstuimige viering van ons 40 jarig huwelijk Vandaag is het precies 40 jaar geleden dat Mary en ik in het huwelijksbootje stapten. We kunnen ons nu een ander bootje permitteren, maar dat bootje hebben we altijd gehouden en ook goed onderhouden. Zo lijkt het na 40 jaar nog altijd als nieuw en hebben we gelukkig geen last van sleur. Vandaag dus ook niet. We vertrokken uit Cefalu aan de noordkust van Sardinië. Een mooie ankerplaats achter de zoveelste rots (toch geen sleur hoop ik?) waarvan we niet veel meer zagen dan de contouren. De wind doet nog even z’n best bij de kaap en we zeilen een poosje lekker tot de wind, zoals voorspeld, naar oost draait. Dan gaat de motor bij. Het grootzeil pakt nu eens de noordoosten, dan weer de zuidoostenwind. Aan de horizon zien we de silhouetten van de vulkaaneilanden van de groep waarvan ook de nog actieve Stromboli deel uitmaakt. Ik heb iets met vulkaaneilanden, mogelijk omdat ik als driejarige onderweg naar Australië al onder de indruk was van destoom en rook brakende Stromboli (één van m’n vroegste herinneringen) en later veel interesse had voor de plaatjes van Saba in de aardrijkskundeboekjes. Ik tuur me suf en als ik met m’n ogen knipper zie ik zo 6 vulkanen aan de horizon. De eilanden liggen zo’n 30 mijl ver uit de kust. Terwijl we varen lees ik Gala van Ronald Giphart en kijk regelmatig voor de boot uit naar eventuele kreeftenboeitjes. Het zijn er vandaag minder dan gisteren, maar je hoeft er maar één te raken om je dag en erger nog je schroef te verpesten. We naderen het doel van deze dag. Je raadt het al een plaatje bij een rots met een haventje. Deze heet Cabo d’Orlando en het is de enige haven na 30 mijl varen. Mooie plek om te zien. Minder mooi is het feit dat de wind nu net aantrekt en precies in de erg ondiepe haven staat. Heel voorzichtig varen we naar binnen. Volgens de pilot is de haven “prone to silting”. Op de foto in de plotter zie je een flinke zandbank achter de golfbreker. De dieptemeter loopt in de haven zelf terug naar 2,00 meter. Met de marge van 0,70 meter hebben we nog net genoeg om door te varen, maar ik lig al bijna stil. Dan loopt de meter weer op naar 2,60 meter. We gaan verder. Geen mens te zien. Er liggen twee boten op de buitenste steiger. Allebei aan twee ankerlijnen en aan de achterkant vastgemaakt aan een wild steigerende steiger. Die gaat wel een halve meter op en neer in de golven die de haven binnenlopen. Ik keer de boot, laat het anker op 30 meter vallen terwijl Mary achteruit naar de steiger vaart. Dat gaat lastig door de golfslag en het feit dat de schroef de boot achteruit varend altijd naar stuurboord wegtrekt. Mary geniet dan niet echt. Als we eenmaal in het anker hangen, dat gelukkig direct in het zand bijt, liggen we precies voor de steiger. Mary springt op de steiger, belegt de achterlijn en geeft het lijntje van de tros, die voor de boot is belegd op een betonblok onder water. Dat lijntje wordt een tros. Die beleg ik op de punt. Daarna nog de andere kant beleggen en we liggen vast. Niet stil, maar wel vast. De huurboot met een Zwitserse bemanning probeert het zonder anker en slaat enkele keren keihard dwars tegen de steiger. Daarna komen de havenmeester en z’n assistent. Lekker vlug! We gaan eerst maar de papieren doen en lopen als bezopenen over de zwaar slingerende steigers naar het eenvoudige kantoortje. Daar moet ik € 50 afrekenen! Ik ben geneigd rechtsomkeert te maken, maar kan slechts schelden dat het plaatboeven zijn en reken toch af. De schlemielen weten dat, want er zijn geen alternatieven binnen 30 mijl afstand. In de zomer vragen ze € 70 voor jachten vanaf 12 meter. Uitbuiterij noem ik dat! We nemen toch maar een biertje aan boord als we weer veilig aan boord zijn. Daarna een wandeling richting het dorp.
Het is stil, de strandstoelen staan opgestapeld en we hebben geluk dat er nog een kroeg open is. Dan lopen we terug naar boord en zitten lekker in de kuip met een glaasje. We hebben dit avontuur ook weer overleefd en kunnen dus rustig bijtekenen voor nog veertig (?) jaren samen. Never a dull moment in ons huwelijk zullen we maar zeggen. Als de zon achter de kaap verdwijnt wordt het zomaar fris. Je merkt dat de zon nog fel genoeg is, maar de dagen worden korter en de avonden neigen naar herfst. We eten en Whatsuppen daarna met de kinderen. Marleen belt meteen terug.” Oh, helemaal jullie trouwdag vergeten. Dacht dat het morgen was”. Nee, zeg ik. Drie oktober trouwen en vier oktober op werelddierendag de hele dag beesten…..”Oh ja”!”. 4 oktober 2013 Motoren naar Millazzo De golven in de onbeschutte haven van Orlando worden gelukkig minder als de wind naar het zuiden draait. Altijd fijn als de voorspellingen uitkomen! We zeggen gedag tegen onze Zwitserse buren, maken twee lijnen naar de betonblokken voor de boot los, varen voorzichtig naar ons eigen anker en vertrekken. Geen wind vandaag. Een beetje zuid. Weer motoren dus, maar ook een kans om lekker te lezen en te genieten van de groene, met luxe villa’s en dorpjes gelardeerde kust. De bergketens zijn meestal groen (in Orlando had het voor onze komst gestortregent) en af en toe zie je een dikke puist graniet, die wel tot een kilometer hoog rijkt. Er loopt een kustweg, die in de rivier en beekdalen op een hoogte van zo’n 80 meter wordt gedragen door mooie viaducten en die ook af en toe dwars door zo’n berg gaat. We zien campers rijden en denken dan aan Erik en Henny, die hun vakantie in Griekenland intussen hebben afgesloten. Aan de zeekant zien we steeds duidelijker de vulkaan eilanden. Vulcano ligt maar op 10 mijl, maar we besluiten dat te bezoeken op de terugweg. Nog wat verder zien we de stoom en rook van de Strombili. Na het ronden van weer een kaap (ze blijven boeien hoor) meren we af in de haven van Milazzo. Dat is een industriestad met een raffinaderij en veel ferry’s naar de vulkaaneilanden en ook een redelijk oude binnenstad. De stad oogt erg vervallen en we zien duidelijke sporen van armoede. Dat merk je onder andere aan het wegdek onder je vouwfietsje. De overheid hier kan zich geen glad geplaveid wegdek veroorloven. Oppassen dus met onverwachte scheuren of gaten in de weg. Sicilië is dus eigenlijk een steen des aanstoots, die wordt weggeschopt door de voet van de laars van Italië, zelf ook niet bekend om z’n rijkdom. Het is te hopen dat dit mooie land met z’n onmetelijke rijkdom aam monumenten ooit een normale economie krijgt. Anders vrees ik het ergste voor veel van die monumenten. We spoelen de boot weer schoon en eten aan boord. De kosten van deze haven (€88) moeten toch ergens mee gecompenseerd worden. Nog blij dat het geen hoogseizoen meer is. Morgen gaan we door de Straat van Messina. Dat is wel weer een mijlpaal. Daarna liggen de havens ver uit elkaar en ik ben bang dat er weinig voorzieningen zijn. Wordt vervolgt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten