dinsdag 18 februari 2014

17 februari 2014 Zomeren in februari

Het is volgens velen een zachte winter. Ook hier. Het verschil met Noord West Europa is dat er daar een vrij constante stroom depressies de mensen het leven zuur maakt. Hier lijkt het alsof de zomer morgen kan beginnen. De dagen lengen, de bloemen in de bomen, bermen en weiden bloeien al. Het moet in dit seizoen veel regenen. We kregen daarvan wel wat mee, maar de mooie dagen krijgen nu toch de overhand. We bevinden ons al weer een aantal dagen in een hogedruk gebied met veel zon en nauwelijks wolken. De dag begint laat en eindigt vroeg. Dat wel. ‘s Nachts koelt het af naar een graad of 10, maar als het half elf is geweest krijgt de zon zomerse trekjes. De wintertent over de kuip ritsen we weg en we brunchen in de zon. Zonnebrillen en petjes op. Nog even en de Bimini moet er weer schaduw geven! Om ons heen komen steeds meer mensen uit hun holletjes, werklui beginnen aan de voorjaarsklussen van niet bewoonde boten. Live-a-boards halen spullen uit de kuipbakken en onder uit hun boot en geven alles een opfrisbeurt. Wij doen dat ook, maar zorgen dat er nog genoeg tijd is om lekker te genieten. Vorige week hebben we een autootje gehuurd om twee dagen rond te toeren over het eiland Levkas/Lefkas/Lefkada/Lefkádha of hoe ze het ook noemen. Al die benamingen houden verband met de verschillende Griekse dialecten. Als eilandbevolking houd je je eigen taal in stand immers. De eerste dag hebben we met een Hyundai Metz van Eurocar de westkust verkend.Via een slingerende weg naar boven, met de mooiste vergezichten op Levkas (en onze haven)
en de meest pittoreske plaatsjes, kwamen we in een soort maanlandschap bovenaan de hoogste heuvel van het eiland. Dat was best even eng, want de weg voert hier langs een zandafgraving en een militair terrein. Fotograferen strikt verboden! Je moet er niet aan denken dat je met weg en al de afgrond in schuift en wordt bedolven onder tonnen zand. Daar denk je natuurlijk wel aan, maar rijdt intussen gewoon door. Over weggetjes met diepe scheuren en duidelijke sporen van verzakking. Het resultaat is uiteindelijk de moeite alleszins waard.
Een wonderschoon kapelletje helemaal op de top van de berg Elati (eigenlijk nog altijd een heuvel van 1157 m) met rondom spectaculaire vergezichten. Aan de horizon het Pindhos bergmassief van Centraal Griekenland. De hoogste toppen daar behoren met hun 2312 (Tymfrístos) en 2637 (Smólikos) tot de hoogste bergen in Griekenland. De allerhoogste berg is de Olympus met 2917 meter. Naar beneden kijkend zien we de vele eilandjes rondom Levkas. Meganissi met z’n vele baaien zullen we later dit jaar nog van dicht bij gaan zien, maar ook de andere eilanden zoals Kefalonia, Ithaki, Kalamos, Kastos of Atokos komen nog aan de beurt. Nu lijken het speldenprikjes. We scharrelen weer naar beneden en kiezen een weggetje richting de westkust. Daar bezoeken we, rijdend langs talloze gesloten restaurantjes, Porto Katsiki. Er is geen haven, maar wel een prachtig strand met glashelder water dat door de zon en de lichte bodem lichtblauw kleurt. Dit behoort volgens de lokale bewoners tot de mooiste stranden van de Middellandse Zee.
We rijden zo’n 7 kilometer al slingerend en langzaam stijgend weer terug naar de hoofdweg. Ook de hoofdweg is een heerlijk slingerpad vergeleken met de B-wegen van Nederland. In het leuke maar verstilde vissersplaatsje Nikitas vinden we zowaar een kroegje met een openstaande deur. We nemen een glaasje, maar blijven niet eten want de keuken is dicht. Op straat weer een hele verzameling katten. Het stikt hier werkelijk van de katten. We eten kat noch hond bij de Chinees, maar een afhaal-pita giros op de boot. Vandaag genoeg indrukken opgedaan. De volgende dag nemen we een route aan de oostkant van Levkas. Eerst naar Nidri voor een koffietje. Hier is nog wel het een en ander open, maar gezellig is anders. Het weer is in tegenstelling tot de vorige dag wat regenachtig. Dat komt goed uit want we willen de Katappakte{ waterval gaan bekijken. Even zoeken tot we het juiste weggetje naar boven hebben gevonden, want de verwijsborden zijn matig tot slecht. Het weggetje er naar toe ook. Je denkt al gauw dat het dan wel niet zo veel zal zijn, maar dat blijkt anders uit te pakken. Bij een parkeerplaatsje, waar zowaar ook een andere auto staat, zien we een wandelpaadje dat bij een kleine waterval uitkomt. Dit is niet wat we op de plaatjes zagen. Nee, er loopt nog een ander paadje verder omhoog. Dat wordt steeds glibberiger, ook al omdat het regent. We hebben uiteraard de paraplu in de auto laten liggen, denkend dat we zo terug zouden zijn. Na 20 minuten klimmen en bijna uitglijden wordt het boven ons geleidelijk droger, maar onder en naast ons steeds natter. We zijn in een kloof terecht gekomen, waar het regenwater zich doorheen perst. Eigenlijk gelukkig dat het gisteren niet regende. Dan waren we nooit tot het eindpunt gekomen. Nu wel, ondanks het gedeeltelijk weggespoelde pad en de op veel plaatsen ontbrekende leuningen aan de rotswand.
Ook hier moet je er niet aan denken dat deze kloof, die precies op de grens ligt van de breukzone tussen Levkas richting Athene, zich boven je zou sluiten….Kortom weer een spannende ervaring voor deze polderkinderen. Door het geklater van de waterval kunnen we elkaar slecht verstaan. Pas later bij het bekijken van de videobeelden hoor ik dat Mary uitroept: “Welcome in paradise!”.
Een half uur later staan we weer met beide benen op de grond. Hoewel, onze fantasie wordt opnieuw geprikkeld: de bomen hier hebben een hoog “donkere bomenbos” gehalte. Ik denk dat Maarten Toonder hier inspiratie heeft opgedaan voor z’n tekeningen voor Olie B. Bommel. Schitterende bomen, die een onheilspellende sfeer oproepen. Tijd om weer in de Eur-opa-car te springen en op weg te gaan naar ons lunchadres. Hoog in de heuvels moet een goed restaurantje zitten dat wordt gerund door een Engels echtpaar. Na oneindig veel bochten omhoog komen we aan in Vafkeri en vinden het restaurantje, dat veel weg heeft van een Zwitserse berghut. Het restaurant zit in het deel waar de stal zat en waar vroeger de beesten het huis opwarmden. Lekker gegeten. Geen lunch, dat stond niet op de kaart. We rijden weer naar beneden en bezoeken mogelijk de oudste boom van het eiland. Weer zo’n Olie B. Bommel boom. Beneden nog een mooi uitxicht(met een hoog vochtgehalte) op het eiland Stavros, ooit van de Onassis familie. Nu eigendom van een steenrijke Rus.
Onze verkenning van Levkas brengt ons tenslotte in Vasiliki, helemaal aan de Zuidkust van het eiland. Ook daar wachten restaurantjes en wat achtergebleven oudjes op het nieuwe seizoen, dat ongetwijfeld ook dit plaatsje weer tot leven zal brengen. Met een verwijzing naar een advertentie voor een uitzendbureau sluit ik dit hoofdstukje met de woorden: “Het waren twee inspirerende en mooie dagen!”.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten