donderdag 25 juli 2013

20 juli Blauwvoet vliegt naar Sines

Lissabon heeft nog heel veel te bieden. Daarvan gaan we zeker meer zien op de terugweg. We ontdekken als we eenmaal varen nog een leuke gids van deze heerlijke stad. Die gaan we volgend jaar dus gebruiken. De wind is nog heel kalm als we de Taag weer afvaren. Tegenstroom dit keer. Mooi de tijd om alles nog eens te zien en fotograferen. Op deze zaterdag enkele Portugese zeilboten en wat optimisten van de zeilschool op het water. Stil dus. De prachtige hangbrug, gebouwd naar het model van de Golden Gate bridge in San Francisco en even de langste hangbrug van Europa, heeft een autodek gemaakt van stalen roosters. Daarvan komt het zingende geluid en daarvan komt ook het staalstof over de oever. Dat laatste merk je als je hier je boot permanent stalt. We motorzeilen de Taag af en gaan langs Forte Bugio, een vuurtoren op een zandplaat in de rivier. Na het ronden van dit licht draaien we langzaam naar het Zuiden. Vanuit Cascais zien we een catamaran dezelfde kant op varen. We leuk een sparringpartner als je 50 mijl over een stille en alleen met visstaakjes vergeven zee moet varen. De wind trekt aan, de motor kan uit. Eerst moeten we nog Cabo Espichel ronden. Dat gaat supersnel omdat de wind al gauw 5 Bf bereikt en we gaan als de brandweer. Na de kaap moeten we nog verder voor de wind varen. De cat, inmiddels op de AIS geïdentificeerd als een Franse 46ft Lagoon, rolt het voorzeil weg en zet een spi. Ons antwoord is het uitbomen van de genua. De krachten op de boom en de schoten zijn met deze wind indrukwekkend en ik moet alles goed overwegen voor ik de fok inrol. de boom zet en de fok weer (gedeeltelijk) uitrol. Het staat prima en de gang zit er goed in. We klokken een paar keer boven de 10 knopen van een golf af surfend. De catamaran loopt niet verder uit. In Sines na een kleine 50 mijl heeft de cat 300 meter voorsprong. Wij hebben eindelijk weer eens lekker gezeild, onderweg diverse keren begeleid door dolfijnen. Bij het strijken van de zeilen blijkt weer eens hoeveel wind er staat als je er tegenin gaat. De haven is afgeschermd door, hoe kan het anders, Cabo Sines. We varen voorzichtig de haven binnen en krijgen een plekje aangewezen, waarbij ik met veel wind achteruit de box in stuur. Ook dat lukt, weliswaar met hulp van twee havenmeesters. We liggen uit de wind in de zon en pakken eerst maar een glaasje. De havenmeester, druk druk druk door een groep wedstrijdzeilers (nou ja een soort ZD&O en ook heel gezellig!) informeert ons over een festival met wereldmuziek. Op het strand onder de burcht staan allemaal eettentjes. Een soort Dordt op je Bord, maar dan voor het volk, want alles is redelijk goedkoop. We lopen na wat hapjes en drankjes verder naar de burcht, waar een concert wordt verwacht. Tientallen meters lange rijen mensen staan rustig te wachten om binnen te gaan. Ik heb nooit zoveel vago's bij elkaar gezien. Allemaal heel lieve mensen, die de flower power tijd kennelijk nog even willen vasthouden. Heel veel dreadlocks en tatoos. We lopen maar weer terug naar de boot, nemen nog een boorddrankje en gaan vroeg te kooi. We blijven morgen nog een dagje, want die afstanden varen gaan niet in je kouwe kleren zitten. Net als Mary zegt dat je niets hoort van het concert barst de herrie los. We slapen toch wel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten